Van Zuiderzee naar IJsselmeer

De Zuiderzee was een grote binnenzee die rond het jaar 1200 ontstond als gevolg van een serie overstromingen. De Zuiderzee zorgde voor veel stormvloeden en overstromingen waarbij grote schade werd aangericht en veel slachtoffers vielen. Om de natuurrampen te stoppen, werd er in de 17de eeuw een plan bedacht om de Noordzee en de Zuiderzee van elkaar te scheiden. Dit resulteerde uiteindelijk in de aanleg van de Afsluitdijk (1927- 1932). Hiermee hield de Zuiderzee op te bestaan en werd de naam van het binnendijkse water veranderd in IJsselmeer.

Handel

Havensteden zoals Kampen, Stavoren, Elburg en Harderwijk namen in de middeleeuwen deel aan de Oostzeehandel en waren lid van het Hanzeverbond. Dit internationale koopliedenverbond was vooral in de 14de en 15de eeuw een machtige economische factor. In het tijdperk van de Nederlandse Koloniën werden steden aan de westelijke oever van de Zuiderzee zoals Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik steeds belangrijker. Met de voltooiing van het Noordzeekanaal in 1875, werd de Zuiderzee voor Amsterdam strategisch gezien vrijwel overbodig.

Gouden eeuw

De 17de eeuw noemen we in Nederland de Gouden Eeuw. Nederland was in deze periode één van de rijkste en machtigste landen. Dit kwam met name door de snel groeiende handel. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), opgericht in 1602, was de grootste handels- en transportonderneming ter wereld. De Zuiderzee was in die eeuw zeer belangrijk voor de VOC-handelsvloot. Zonder de mogelijkheid van scheepvaart op de Zuiderzee was de Gouden Eeuw er waarschijnlijk niet geweest. Nadeel was dat de tocht over de Zuiderzee soms zeer gevaarlijk was. Stormen en ondiepten in de bodem konden de oorzaak zijn van schipbreuken. Er zijn dan ook honderden wrakken in de bodem van Flevoland gevonden.

Visserij

De Zuiderzee zorgde vóór de afsluiting voor een belangrijke bron van inkomsten voor vissers. Vooral rond 1900 zorgde de visserij op haring en ansjovis voor goede inkomsten voor de vissers in de havenplaatsen gelegen aan de Zuiderzeekust. Na de voltooiing van de Afsluitdijk werd het zoute water geleidelijk aan steeds zoeter. Hierdoor verdwenen de meeste vissen, alleen de paling, snoekbaars en spiering konden standhouden. Dit betekende de nekslag voor de duizenden vissers die eerder op de Zuiderzee hun boterham verdienden. Alle vissershavens aan de voormalige Zuiderzee verdwenen, met uitzondering van Urk.

De Afsluitdijk en Inpoldering

In 1918 werd de ‘Wet tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee’ aangenomen. Twee gebeurtenissen hadden de doorslag gegeven: het voedseltekort na de Eerste Wereldoorlog waardoor nieuwe landbouwgrond nodig was en een grote stormvloed in 1916. In 1920 begon men met de Amsteldiepdijk, deze dijk was 2,5 kilometer lang en vormde een goede oefening voor de Afsluitdijk die in 1932 gedicht werd. De Wieringenmeerpolder was in 1930 gereed als eerste Zuiderzeepolder. Tussen 1936 en 1968 werden de Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland droog gemalen.

Voormalige Zuiderzeekust

Wilt u de voormalige Zuiderzeekust met haar Hanzesteden, vissersdorpen en herinneringen aan de Gouden Eeuw ervaren? Dan kunt u de 400 kilometer lange Zuiderzeeroute per fiets afleggen. Hierboven ziet u de route afgebeeld. U kunt de route op eigen gelegenheid fietsen met behulp van het Zuiderzeerouteboekje van het Nederlands Fietsplatform. Wilt u graag dat uw bagage voor u wordt vervoerd en alles rondom uw vakantie wordt geregeld? Neem dan een kijkje bij de fietsvakanties van Zuiderzee Cycling.

nl_NL nl_NL